De technologische onderzoeksinstelling Vito in Mol heeft maandag de start van de bouw gevierd van de eerste diepegeothermiecentrale. Die moet in juli volgend jaar actief zijn. Tegelijk werd een ambitieus onderzoeksvoorstel gelanceerd, dat mogelijk geothermie in heel Vlaanderen kan voorzien.
De Kempen vormen al even de hotspot in het onderzoek naar geothermie, een proces waarmee warmte uit de ondergrond wordt gebruikt voor het verwarmen van gebouwen of het opwekken van elektriciteit.
In de afgelopen twee jaar werden putten geboord van respectievelijk 3,6 en 4,3 km diep naar warme grondwaterlagen, waarmee heel wat tests werden uitgevoerd.
De twee putten vormen in de toekomst mee een circuit voor het warme water, waarmee gebouwen van Vito, het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK.CEN) en Belgoprocess mee zullen worden verwarmd.
In aanwezigheid van onder meer de ministers Muyters en Tommelein werd maandag de start van de bouw gevierd van de geothermiecentrale, het gebouw dat de energie moet gaan leveren. In de komende maanden wordt gewerkt aan de warmtewisselaars, pompen, evenals het buizensysteem zelf.
Dat moet tegen midden 2018 leiden tot een werkende centrale.
In november wordt een derde proefboring gestart. Die zal minstens 4,4 km diep gaan en door de schuine hoek bijna 5 km lang worden. De verwachting is dat het water nog wat warmer gaat zijn. De resultaten hiervan worden in de eerste maanden van 2018 verwacht.
De huidige aanpak van geothermie wordt interessant geacht voor inzet in de provincies Antwerpen en Limburg. Maar Vito wil blijven onderzoeken en droomt van onderzoek met een enkelvoudige boorput, van zo'n meter als diameter.
Die zou nog dieper gaan, tot in een vaste grondlaag, maar door water naar beneden te brengen en het zo op te warmen, hoopt men geothermie zelfs naar heel Vlaanderen te brengen, met een enorm energetisch potentieel. (pb vito/belga)